Het vestigen van een aanwezigheid op de Chinese markt is voor de overgrote meerderheid van de technologiebedrijven van groot belang, en elke mislukking doet hen vanuit winstoogpunt doorgaans grote pijn. De concurrentie op deze markt wordt echter steeds beter, wat voor problemen zorgt voor fabrikanten wereldwijd. Ook het Zuid-Koreaanse Samsung is een prima hoesje.
Hoewel Samsung de grootste smartphonefabrikant ter wereld is en de omzet nog steeds aanzienlijk hoger is dan die van al zijn concurrenten, doet het het niet goed op de Chinese markt. De fabrikanten daar, onder leiding van Huawei en Xiaomi, zijn in staat smartphones met zeer interessante hardware te produceren tegen uitstekende prijzen, waar veel Chinese inwoners over horen. Deze fabrikanten zijn echter niet bang om vlaggenschepen te produceren, die in veel opzichten vergelijkingen met modellen van Samsung of Apple kunnen doorstaan, maar meestal goedkoper zijn. Mede hierdoor heeft Samsung een klein aandeel van 1% in de Chinese markt, die volgens Reuters zijn eerste grote tol eiste – namelijk de sluiting van een van zijn fabrieken.
Volgens beschikbare informatie heeft de fabriek in Tianjin, waar ongeveer 2500 werknemers werkten, de "zwarte Peter" eruit gehaald. Deze fabriek produceerde 36 miljoen smartphones per jaar, maar als gevolg daarvan hadden ze geen markt in het land en was hun productie daarom nutteloos. De Zuid-Koreanen besloten daarom deze te sluiten en te vertrouwen op hun tweede fabriek in China, die erin slaagt grofweg het dubbele aantal smartphones te produceren dat in Tianjin wordt geproduceerd.
